zondag 9 maart 2014

Curriculum Analyse Deel B


De Opleiding voor Logopedie maakt deel uit van Fontys Paramedische Hogeschool (FPH) en is in 2013 geaccrediteerd. De visie is het opleiden van ‘’de logopedist van morgen’’, een logopedist die in staat is proactief en flexibel om te gaan met een voortdurend veranderende maatschappij, zoals staat omschreven in de kritische reflectie (Aansprekend). De logopedieopleiding wordt in Nederland aangeboden door zeven hogescholen met een vergelijkbaar opleidingsprofiel. (‘COMPASS’)
De vertaalslag van deze visie naar het onderwijs vormt, samen met het profiel voor de beginnende beroepsbeoefenaar, de basis voor het curriculum. De HBO-Monitor 2012 geeft aan dat studenten tevreden zijn over de inbedding van het onderwijs in de beroepspraktijk. Studenten uiten in de NSE 2013 hun tevredenheid over de beroeps-/praktijkgerichtheid van de opleiding.
 
Het programma heeft een studielast van 240 European Credits.
Elke onderwijsperiode is op dezelfde wijze gestructureerd, bestaat uit acht lesweken en afsluitend twee tentamenweken en wordt inzichtelijk gemaakt d.m.v. het programma N@tschool.
Vanuit de NSE geven studenten aan matig tevreden te zijn over de spreiding van de studielast over het studiejaar. Uit de onderwijsperiode-evaluaties wordt duidelijk dat eerste en tweedejaars studenten tevreden zijn over de spreiding van de contacturen en dat de verhouding tussen contacturen en zelfstudie-uren goed was.
 
Het ontwerp van de opleiding kent vier leerlijnen, namelijk; een conceptuele, vaardigheden, Studieloopbaan/praktijk en een integrale leerlijn.
De vormgeving en keuzes van de opleiding zijn gebaseerd op de principes van competentiegericht leren en opleiden. 2 dimensies worden aangehouden:
1 van middelbare scholier tot zelfstandig lerende student;
2 van beginner tot startbekwaam logopedist.
 
De opleiding heeft als uitgangspunt dat de beoogde eindkwalificaties qua inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd zijn, dat ze voldoen aan domein specifieke en algemene criteria (OER)voor hbo-bachelors en aansluiten bij eisen van het internationale beroepenveld en vakgebied.
De beoogde eindkwalificaties zijn geformuleerd in termen van competenties, die 3 niveaus kennen gedurende de opleiding.
Niveau 1: doorstroombekwaam
Niveau 2: basisbekwaam
Niveau 3: startbekwaam
De student heeft gedurende de opleiding een aantalkeuzemogelijkheden over de vormgeving van zijn studieloopbaan.
Docenten constateren een duidelijke horizontale samenhang, maar dat deze niet zonder meer voor studenten herkenbaar is in de organisatie door de veelheid van soms kleine vakken. Zoals blijkt uit de NSE waarderen studenten inhoud, samenhang en actualiteit van de opleiding als voldoende. Studenten zijn niet tevreden over de mogelijkheden die de opleiding biedt de eigen inhoud te bepalen.

In jaar 1 starten gemiddeld 80 studenten, die worden verdeeld over leergoepen van maximaal 15 studenten. De groepen wisselen in jaar 1 na een half jaar. Vanaf jaar 2 wordt de leergroep in 2 klassen verdeeld en onderverdeeld in kleinere groepen. Studenten werken geregeld samen aan opdrachten.

De opleiding heeft als beleidsuitgangspunten dat ze beschikt over een adequaat systeem van toetsing en dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.
Het systeem van toetsing en het toezicht daarop, hogeschoolbreed georganiseerd en vastgelegd in het FPH Toetsbeleidsplan.
Studenten worden individueel beoordeeld, ook bij  groepsactiviteiten/-producten.  De opleiding maakt gebruik van toetsvormen (kennistoetsen, vaardigheidstoetsen, stage, afstudeerwerken) aan de hand van Miller, G.E. (1990). The assessment of clinical skills/performance.
Voor toetsing in de propedeuse, hoofdfase en eindfase is het CLOTS-schema opgesteld.
De examencommissie is tevreden over de borging van de toetskwaliteit zoals blijkt uit haar studiejaarverslag. Ook studenten zijn tevreden met de wijze van toetsen, wat blijkt uit onder meer de resultaten van de NSE.

De opleiding heeft 16 docenten in dienst als vast team. Daarnaast worden docenten ingezet van het lectoraat en zijn er gastdocenten in een flexibele schil van. Alle docenten zijn vakinhoudelijk bekwaam op basis van een relevante opleiding. Van de docenten is 75% opgeleid als logopedist. Daarnaast heeft 65% van het team een masteropleiding gevolgd. Alle docenten zijn didactisch bekwaam op basis van een verworven Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) of equivalent daarvan. (personeelsplan)
De mate van sturing door de docenten neemt gedurende de studie af. Op niveau 1 en het begin van niveau 2 is de docent instructeur en begeleider, daarna wordt de docent coach. In de afstudeerfase delegeert de docent de werkzaamheden aan de student. Docenten vervullen ook een rol als studieloopbaanbegeleider.
De NSE laat zien dat studenten tevreden zijn over de inhoudelijke deskundigheid van de docenten en hun kennis over de beroepspraktijk, maar de studenten ervaren hen minder inspirerend en beoordelen zij hun betrokkenheid en didactische kwaliteiten als matig.
In de specifieke docentpilot zijn de waarderingen beter dan in de enquête.

De materiële voorzieningen toereikend zijn voor het realiseren van het studieprogramma.
De studieloopbaanbegeleiding en informatievoorziening aan studenten de studievoortgang bevorderen en aansluiten bij de behoeften van de studenten. Zoals blijkt uit de NSE zijn studenten tevreden over het studiemateriaal.

De Leeromgeving wordt op instituutsniveau georganiseerd en volgt het huisvestingsbeleid.
De opleiding heeft de beschikking over algemene onderwijsruimten/mediatheek voor groepen van 6 tot 130 studenten.
Daarnaast zijn er opleidingsspecifieke vaardigheidslokalen en laboratoria. Uit onderwijsperiode-evaluaties komt een stijging in tevredenheid van studenten naar voren in het tijdig verschijnen van het rooster.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten